De gronden voor ontzetting van een ouder uit het ouderlijk gezag zijn:
- Misbruik van het gezag gepleegd door de ouder(s);
- Grove verwaarlozing van de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen;
- Slecht levensgedrag van de ouder(s).
Ontzetting uit het ouderlijke gezag kan worden aangevraagd door de andere ouder, familieleden, het Openbaar Ministerie, de Directie Voogdijraad of de opvoeder.
Deel deze pagina